
Door Joyce
'Mama, vandaag heeft Broes cakejes uitgedeeld in de klas. Zijn papa was jarig. Maar nu is hij dood.'
Met fonkelende oogjes vat Samuel het evenement van de dag samen.
Mijn hart maakt een sprongetje. Om het vriendje van mijn zoon. Dat dappere jongentje. Zijn papa wordt gemist. Vandaag geheid nog een beetje extra. Een dode papa is beslist geen reden voor een vermakelijk verjaardagfeest. Toch zet Broes zijn papa in het licht. En nam hij Samuel in vertrouwen om hierover te vertellen.
Mijn gedachten gaan terug naar drie jaar geleden. Mercedes was net overleden.
Een bezorgde mail van de juf. Samuel gedraagt zich 'raar' in de klas. Hij stopt poppetjes onder zijn trui. Hij vertelt over zijn zus.
De school adviseert ons om Samuel niet zoveel te betrekken. Ze denken dat het voor kleine kinderen een te moeilijk thema is; doodgaan. Wat moet de juf doen als er vragen komen? Ze vinden dat peuters niet met de dood bezig horen te zijn.
'Kinderen horen zorgeloos op te groeien', was het devies.
Prachtig ideaal. Doch onuitvoerbaar toen de dood opeens bij ons voor de deur stond.
Uit al deze overtuigingen spreekt het oerinstinct van volwassenen om kinderen te behoeden. Dit is logisch en goed. Maar hoe neem je kinderen in bescherming als er een dierbare sterft? Mijn intuïtie zei me: maak kinderen ook deelgenoot bij verdriet. Leer ze er mee omgaan. Bescherm hen door hen te betrekken. Sluit hen niet buiten.
De rouwtheorie bevestigde mijn gevoel: het is belangrijk om met kinderen over de dood te praten. Om afscheid nemen als het ware een beetje te oefenen.
Onze zoon heeft veel mogen oefenen. De fantasierijke peuter die poppetjes onder zijn trui stopte, groeide uit tot een stoere kleuter met een teder hartje. Een troostend hartje, waar plaats is voor vriendjes met verdriet.
Het is dus wél goed dat kinderen bezig zijn met alles wat leeft. Ook met de dood.
Reactie plaatsen
Reacties