
Door Joyce
De meter van mijn man is gestorven. Ze was een tachtiger in slinkende gezondheid. De laatste jaren bracht Meter door in een kamertje van een verzorgingstehuis. Ook haar man woonde daar. Aan het einde van een mensenleven is de visite vaak schaars. De weinige bezoekjes die restten, werden in de herfst van hun leven om pandemische redenen tot een minimum herleid.
Gelukkig hadden ze elkaar.
Zo nu en dan hadden wij het baldadige voornemen om toch eens een trip richting verzorgingstehuis te maken. Maar de angst om niet meer herkend te worden, die won.
Nu is mijn man erg aangedaan door haar dood. Meter heeft hij niet meer gezien, dus besluit hij zijn neef en nicht op te zoeken. Ook dat is een tijd geleden. Ze zijn bezig met het regelen van de uitvaart. Mijn man wil zijn steun betuigen.
Wanneer hij thuiskomt na het bezoek, is er opluchting. Het gesprek was fijn. Ze hebben jeugdherinneringen opgehaald. Hij tovert een knuffelbeer achter zijn rug vandaan. 'Die heeft ze vroeger zelfgemaakt, speciaal voor mij.'
Mijn man heeft zijn familie verteld dat wij Meter een laatste groet willen brengen. Voor ons is persoonlijk afscheid nemen belangrijk. Die laatste aanraking. Die laatste streel en definitieve zoen. Het maakt dat je verder kan.
Zodus belt mijn man de uitvaartondernemer op. 'We willen vanavond mevrouw Stoop komen groeten.' Een pijnlijke stilte volgt. Mijn man legt zijn telefoon zo beheerst mogelijk neer. Hij zegt: 'dit kan niet waar zijn.'
Meter blijkt de ochtend voordien gecremeerd. Zonder kennisgeving.
Bij een afscheid horen emoties. Sommige mensen zijn hier bang voor. Daardoor raken ze het contact met zichzelf kwijt. Het contact met anderen lijdt daar onherroepelijk ook onder: als jij niet weet wat er in jezelf leeft, hoe moet je het dan met anderen delen?
De volgende dag vindt de afscheidsdienst plaats. Er zijn geen doodsbrieven verstuurd. Wel een handvol e-mails.
Een tiental genodigden heeft zich rondom de urne verzameld. De uitvaartbegeleider houdt een praatje. Maar hé, waar is de echtgenoot van Meter?
Nichtje legt uit dat ze hem niet hebben gehaald. Door zijn zenuwaandoening heeft hij nog weinig besef. Ik informeer voorzichtig hoe ze denkt dat het nu voor hem is? Zestig jaar huwelijk, en dan plotsklaps alleen. Zonder gepast afscheid. 'Hij heeft niets gezegd', vertelt ze. 'Of toch: één woordje: seul'.
Zonder voelen en delen kan je geen zin geven aan je verlies. Zo wordt het slechts iets wat je overkomen is, zonder betekenis. Het risico dat je dan langzaam in een constellatie van zinloosheid terecht komt, is groot.
's Avonds zit knuffelbeer bij ons op de bank. Samen treuren we om een afscheid dat geen afscheid was.
.
Reactie plaatsen
Reacties