
Door Joyce
'Was gezellig. Tot binnenkort!' Bij de voordeur zwaai ik mijn vriendin en haar dochtertje uit. Terug binnen krijg ik een berichtje: 'sta in panne voor je deur.'
Mijn vriendin zit in haar auto met haar telefoon in de hand. Ze staat zevenentwintigste in de wachtrij bij de takeldienst.
De papa van mijn vriendin is ook gebeld. Hij zal zijn dochter ophalen.
Ze arriveren tegelijkertijd, de meneer van de takeldienst en papa. Mijn vriendin overhandigt de mannen haar autosleutels. Groot is onze verbazing als de auto opeens weer gewoon start.
'Autootje nie kapot?' vraagt de peuter van mijn vriendin.
(Groot)vader staat er glimlachend bij. 'Blijkbaar niet.'
'Oei, nu ben je voor niks gekomen' zeg ik. Hij kijkt slechts vertederd naar zijn (klein) dochter. 'Ach, ik ben gepensioneerd. Ik heb tijd.'
'Euh... Dat is dan wel vijftig euro', verkondigt de takelmeneer.
'Papa, heb jij nog cash geld?' Mijn vriendin kijkt haar vader lief aan. Dan haalt papa monkelend zijn portemonnee boven. Even later tuffen ze achter elkaar aan de straat uit. Vader, dochter, kleindochter. Verenigd door vermeende autopech.
Papa's helpen dochters met auto's. Daar zijn het papa's voor.
Mijn papa is al acht jaar dood. In de roetwolk die mijn vriendin achterlaat, zie ik een glimp van wie hij was. 'Joehoe, dochter, je doet dat goed!' schettert zijn gedachtenis door onze straat. Mijn vader kan me niet meer ophalen als ik (denk dat ik) met pech langs de kant van de weg sta. Maar symbolisch opduiken bij autokwesties, dat wil hij nog wel eens. Dan kietelt de herinnering aan hem mijn motor weer aan.
Reactie plaatsen
Reacties